-
1 chop
n. slag; hakbijl; gehakt vlees; stempel; commercieel merk--------v. hakken; afhakkenchop1[ tsjop]1 houw ⇒ hak, slag♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————chop2〈 chopped〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:1 chop at something/someone • naar iemand/iets uithalen2 chop and change • erg veranderlijk zijn, vaak van mening veranderenwhy do you chop about so much? • waarom ben je toch zo veranderlijk?the wind chopped about/around • de wind schiftte voortdurendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:chop down trees • bomen omhakkenchop off branches • takken afhakken -
2 get the chop
ontslagen worden, gedood worden; afgeblazen worden 〈 van project〉 -
3 being killed
vermoord worden (gedood worden, omgebracht, uitgeschakeld, afgezet) -
4 buy it
-
5 buy
n. koop; "koopje"--------v. kopen; aanschaffenbuy1[ baj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aankoop ⇒ aanschaf, koop————————buy21 (aan/in/op)kopen ⇒ aanschaffen♦voorbeelden:the dollar doesn't buy what it used to • de dollar is ook niet meer (waard) wat ie waspeace was dearly bought • de vrede werd duur betaaldbuy time • tijd winnenbuy back • terugkopenbuy off • afkopen, omkopenbuy out • los/uit/vrijkopen; opkopen, (in zijn geheel) overnemenbuy up • opkopen, overnemen→ buy in buy in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:I'll buy it/that • dat neem ik aan, dat kan ik accepteren -
6 kill or be killed
doden of gedood worden (gezegde ter zelfverdediging, beter aan te vallen dan dat je zelf aangevallen wordt) -
7 lose one's life
v. zijn leven verliezen, gedood worden -
8 fry
n. bakken, frituren--------n. jonge vis, broed(sel); kleine kinderen (sl.); kikkerdrillen--------v. bakken, braden, gebakken worden; gedood in de elektrische stoel (slang)fry1[ fraj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: fry; vaak meervoud〉————————fry2〈werkwoord; fried〉2 braden ⇒ bakken, frituren♦voorbeelden:1 fry up • (op)warmen/bakken -
9 being destroyed
vernietigd worden (gedood,vermoord,verlies,einde van het leven,uitgewist, verdwenen) -
10 blood sports
jachtsport, jacht als sport waarbij dieren worden gedood
См. также в других словарях:
Sünde — 1. A dieu sünd, A dieu schand. – Gruter, III, 3; Lehmann, II, 32, 8; Simrock, 10030. 2. Alle Sünde büsst sich selbst. – Eiselein, 584. 3. Alle sünden geschehen freiwillig. – Franck, I, 72a; Simrock, 10015. Lat.: Omne peccatum voluntarium. (Franck … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hänslin Mittermeier — Hänslin Mittermeier, auch Hans Mittermaier genannt (* 2. Hälfte des 15. Jahrhunderts in Ingolstadt; † 1529 in Linz), war ein täuferischer Sendbote und Märtyrer. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Literatur in Auswahl 3 Weblinks … Deutsch Wikipedia